Van oudsher spelen deze elementen een prominente rol in de agrarische bedrijfsvoering, als perceel begrenzing, voedselvoorziening en plaagbestrijding. Daarom zijn veel van deze elementen al decennia aanwezig en door de variatie in type landschapselementen zijn ze onderdeel geworden van de regionale identiteit.
Dossier
Landschapselementen
Landschapselementen spelen een belangrijke rol voor de regionale biodiversiteit. Onder landschapselementen wordt verstaan, elementen in het landelijke gebied die bestaan uit (half) natuurlijke vegetatie, zoals kleine bosjes, bomenrijen, houtwallen, sloten met natuurvriendelijke oevers, en resthoekjes met ruige vegetatie.

Houtige landschapselementen
Er zijn veel verschillende soorten houtige landschapselementen, denk hierbij aan singels, bomenrijen, houtwallen, heggen, hagen, knotbomen, griendjes en takkenhopen. De keuze voor het soort landschapselement hangt sterk samen met het gebied, omdat landschapselementen vaak kenmerkend zijn voor een gebied.
Natte landschapselementen
Onder natte landschapselementen worden sloten, beken, oevers, poelen, moerasjes, rietlandjes, plasdras gebieden en andere kleine wateren verstaan. Vaak komen natte landschapselementen in combinatie of in overlap met droge landschapselementen voor. Het aangrenzende grasland is vaak vochtig tot nat met een hogere grondwaterstand. Natte landschapselementen houden dus niet op bij de waterlijn.
Plas dras
Plas dras is het (tijdelijk) onder water zetten van graslanden (0-20 cm) door het verhogen van het waterpeil. Greppel plas dras is een vorm die eenvoudiger op kleinere schaal kan worden toegepast, hierbij wordt een greppel vol water gezet, waardoor er een drassige strook van 4-6 m ontstaat. Met deze vorm blijven de effecten op de overige (delen van) percelen beperkt. De aanbevolen oppervlakte is minimaal 0,5 ha plas dras per 100 ha weidevogelgebied.
Kleinschalige percelen
Kleinschalige percelen vormen samen een gevarieerd landschap waarin de agrarische percelen van elkaar gescheiden zijn door opgaande groene elementen, zoals houtwallen en bosjes of waterrijke elementen.
Akkerranden/bloemblokken
Kruidenrijke akkerranden en bloemstroken zijn randen met bloemen en kruiden die zich langs een agrarische percelen bevinden. Er bestaan verschillende vormen van akkerranden en ze kunnen voor verschillende doeleinden gebruikt worden, afhankelijk van het type akker en de omgeving. Duidelijk is dat akkerranden, mits goed aangelegd en onderhouden een zeer positief effect hebben op bufferfuncties, bestuiving en landschapsbeleving, bijdragen aan een betere waterkwaliteit en kunnen zorgen voor een verminderd gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Vogelakkers
Vogelakkers zijn akkers die met een specifieke strokenteelt zijn ingezaaid, waarbij de stroken bestaan uit met meerjarige eiwitgewassen, zoals luzerne op kleigrond of rode klaver op zandgrond en natuurbraak bestaande uit grassen, granen en kruiden. Waarbij de akker uit 70% eiwitgewas en 30% natuurbraak bestaat.
Keverbanken
Keverbanken zijn 3 tot 6 meter brede (en zo lang mogelijke) stroken land die een halve meter hoger liggen dan de omliggende akkers. Aan beide kanten naast de keverbank wordt er een strook onbegroeid gelaten. Deze keverbanken zijn ingezaaid met pollen-vormende overblijvende grassen zoals kropaar, timotheegras, roodzwenkgras en een variatie aan meerjarige kruiden.
Meer informatie
Publicaties
(3)
Something went wrong
Something went wrong
Something went wrong