KPI’s worden in het bedrijfsleven al langer gebruikt om prestaties van individuen of teams af te kunnen vergelijken met de concrete doelen binnen een bedrijf. Op het gebied van biodiversiteit zijn er verschillende monitoren ontwikkeld. De Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BMM) en de biodiversiteitsmonitor Akkerbouw (BMA). Daarnaast zijn er verschillende sets aan KPI’s in ontwikkeling, op het gebied van natuur, openbare ruimte, kringlooplandbouw, bollenteelt en fruitteelt.
Doen-leren-beter doen
Om vast te stellen of het realiseren van de KPI’s daadwerkelijk leidt tot een toename in biodiversiteit is onderzoek noodzakelijk dat de relaties vast stelt tussen maatregelen, KPI’s en biodiversiteit. Op basis hiervan kan, indien nodig, de set van maatregelen en KPI’s na verloop van tijd worden bijgesteld en verbeterd. Dit principe noemen we doen – leren – beter doen. Evaluatieonderzoek naar KPI’s wordt in de zogenaamde Delta Labs (pilotgebieden van het Deltaplan) uitgevoerd. Het onderzoek in de Delta Labs is langjarig, omdat effecten van maatregelen op biodiversiteit vaak pas na lange tijd zichtbaar worden.